BURGEMEESTER A.OOSTERHOFF

“Troch de ruten fan’e tsjerke,

Troch de finsters fan it hûs,

Troch de eagen fan’e minske,

Falle strielen by de rûs”

(Atze Oosterhof – 1961)

Begin maart van dit jaar mocht de gemeente uit handen van de oudste zoon van Burgemeester Oosterhoff (1954-1971) een groot deel van diens archief in ontvangst nemen.

Heel plichtsgetrouw had de voormalige burgervader hoogte- en dieptepunten uit zijn carrière een plaats gegeven in een groot aantal plakboeken, die als titel hadden: “In het licht van de pers”. Ook toespraken, publicaties en lezingen waren keurig chronologisch geordend.

Het is een aardig “document humain”, zo interessant dat we enige bijzonderheden uit het archief van A.Oosterhoff op deze site willen prijsgeven.

Atze Oosterhoff werd op 13 februari 1906 in Ternaard geboren waar zijn vader burgemeester was van Westdongeradeel, nu Dongeradeel. Naast een drie jaar oudere dochter, die helaas op dertienjarige leeftijd al kwam te overlijden, was hij de enige zoon.

Na de lagere school volgde hij een Mulo-opleiding in Dokkum, waar hij dagelijks met het Dokkumer Lokaeltsje naar toe ging. Zag de jonge Atze veel in de techniek, vader Oosterhoff dacht daar anders over. In die tijd bevolkten immers afgestudeerde ingenieurs de Amsterdamse trams!

De jonge Atze werd als ‘volontair’ op het gemeentehuis aangenomen, een mooi woord voor een lelijke zaak. Vier jaar lang waren de verdiensten nul cent! Na tijdelijk werk op de gemeentehuizen van Wommels, Lemmer en Ternaard volgde een benoeming te Kollum, waar hij “eerste ambtenaar” werd, in later jaren “hoofdcommies” genaamd.

In 1928 trouwde hij met een meisje uit zijn geboortedorp Ternaard: Geertje de Graaf. In de loop der tijd zouden ze samen acht kinderen krijgen. Om verzekerd te zijn van een goed inkomen, was Atze Oosterhoff in die tijd eveneens administrateur van de huishoudschool, het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf en de tekenschool, de voorloper van de latere lts.

De geschiedenis van Oosterhoff zou echter in Wonseradeel (zoals Wûnseradiel destijds heette) komen te liggen. Op 16 september 1940, het eerste oorlogsjaar, kwam hij op het gemeentehuis. Op 31 maart 1944 werd secretaris Oosterhoff met nog dertien anderen uit Wonseradeel, Hennaarderadeel en Bolsward opgepakt. Via Leeuwarden, Amersfoort en Utrecht belandde hij bij de Glockner Werke te Troisdorf. De toenmalige NSB-burgemeester van Wonseradeel, C.Werkhoven, zorgde voor een NSB-advocaat. Zo kon de doodstraf voorkomen worden, maar werd hem desondanks een straf opgelegd van drie en een half jaar! De reden van zijn in hechtenisneming was, dat hij heimelijk had toegestaan dat ambtenaren persoonskaarten ontvreemdden, zodat Duitsers niet achter de ware gegevens kwamen. Ook werden er personen gefingeerd, waardoor er blanco persoonsbewijzen vrijkwamen voor de illegaliteit.

Op 27 maart 1945 werd Oosterhoff bevrijd door de Engelsen.

Vlektyfus onder de gevangenen zorgde ervoor dat hij pas in mei van dat jaar naar huis mocht terugkeren. Per 1 mei 1945 werd hij weer aangesteld middels besluit rechtsherstel.

Vanaf 1954 werd A.Oosterhoff burgemeester van Wonseradeel. De dagen van wederopbouw zorgden er voor dat er vele veranderingen zouden plaats vinden. De recreatievoorzieningen aan de IJsselmeerkust (,zoals De Holle Poarte,) maakten een stormachtige ontwikkeling door. Oosterhoff maakte de opkomst mee van de ‘Ald Faers Erf Route’ en met de regelmaat van de klok werden er scholen geopend, boten te water gelaten of dijken verbreed of verhoogd. Ook werden er vele kerken en molens gerestaureerd, sportvelden geopend en verrezen er bibliotheken op het platteland. De bibliobuis maakte zijn entree. Eveneens was het de tijd van de bejaardentehuizen. In Oosterhoffs ambtsperiode ontstonden de wapenontwerpen voor de diverse dorpen van de gemeente.

Zijn samenwerking met gemeentesecretaris Douwe Deinum (1904-1992) zou legendarisch worden. Op de begroting van de gemeente stond elk jaar een gedicht waarvan menigeen dacht dat Deinum de schepper was. Later zou blijken dat Oosterhoff de maker was van de poëzie. Als liefhebber van de geschiedenis zou hij een open oog hebben voor eigen taal, historie en karakter. Zo was hij één van de pleitbezorgers voor het onderhand legendarisch geworden “Geakundeboek van Wonseradeel”.

Voor de CHU zou hij van 1958 tot 1970 lid zijn van Provinciale Staten.

Op zijn afscheidsreceptie in 1971 gaf hij iedereen een gedichtenbundeltje: “Farwol, freon Wûnseradiel”. Zijn opvolger zou burgemeester P.Tjeerdsma (1971-1981) worden.

Dat burgemeester Oosterhoff over veel fantasie en inlevingsvermogen beschikte, bleek vaak uit de “acts” welke hij zo nu en dan opvoerde. Bij een nieuw gymlokaal maakte de burgemeester een “levensgevaarlijk zwaantje” in de ringen, reed hij in een mini-auto toen een benzinemaatschappij in 1961 de vriendschappelijke wedstrijd Bolsward-Wonseradeel organiseerde of droeg hij een grote koffer naar binnen met daarin allerlei hoofddeksels. Zo zorgde hij bij het afscheid van burgemeester Rasterhoff te Sneek op 3 mei 1970 voor grote hilariteit door namens zes instanties te spreken, waarbij de burgemeester voor elke instantie letterlijk een ander hoofddeksel opzette zoals een BB-pet, de pet van het NV Intercommunaal Gasbedrijf Westergo, of de burgemeestershoed, “het statussymbool van zowel burgemeesters als goochelaars; wij zijn ontgoocheld!”

Na zijn pensionering was men hem echter nog vaak nodig. Zo zou hij nog geruime tijd waarnemend burgemeester van Rauwerderhem en Sloten zijn.

Op 10 augustus 1994 overleed A.Oosterhoff op 88-jarige leeftijd in zijn toenmalige woonplaats Hoogeveen.

De gemeente Wûnseradiel zette in haar rouwadvertentie:

“Far wol freon fan Wûnseradiel…”

Met dank aan Koos Schulte